
Werkplekdoelen
Leerdoelen Semester 2 (WPL A)
Leerdoelen Kwartiel 1 (WPL B)
Leerdoelen Kwartiel 2 (WPL B)
Leerdoelen Kwartiel 3 (WPL B)
Leerdoelen Kwartiel 4 (WPL B)
Leerdoelen Kwartiel 1 (WPL C)
Leerdoelen Kwartiel 2 (WPLC)
Professionele Ontwikkelingsplan (Jaar 1)
Gert Bos, 27-04-2022
Vaardigheden die ik wil leren:
Leerdoel pedagogische bekwaamheid:
2.4 Geeft leiding aan de groep.
2.5 Toont uitstraling in presentatie: houding, mimiek,
non-verbale communicatie en stemgebruik.
2.6 Laat een observerende houding zien.
Leerdoel vakdidactisch bekwaam:
1.4 Stemt werkvormen en leeractiviteiten af op de
lesdoelen, gebruikt digitale leermaterialen en middelen.
2.1 Laat leerlingen regelmatig zelfstandig werken.
2.3 Begeleid de leerlingen actief bij het verwerken van
de leerinhoud.
Leerdoel vakinhoudelijk bekwaam:
1.1 beheerst de leerstof qua kennis en vaardigheden gericht op het behalen van de kerndoelen van het primair onderwijs
1.2 beheerst de basisvakken: taal en rekenen
1.3 legt de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende
manier uit
Leerdoel professionele ontwikkeling:
1.3 Vraagt advies aan collega's of andere deskundigen.
2.1 Is nieuwsgierig en toont een onderzoekende houding.
3.2 Communiceert open met collega's en anderen.
Mijn leerpunten bestaat uit 4 doelen uit WPLA en
onderverdeelt in competenties. Deze doelen en competenties zorgen voor een
basis in mijn opleiding tot meester. De S.M.A.R.T. uitwerkingen kan je vinden
in de downloads hierboven.
Waarom wil ik dit ontwikkelen?
Ik heb deze doelen nodig om me goed verder te kunnen
ontwikkelen. Wanneer ik dit niet zou doen kan er een chaos in de groep ontstaan
tijdens het lesgeven of de kinderen zouden verkeerde leerstof tot zich nemen.
Ook een open en observerende houding heb ik nodig omdat als ik dit niet zou hebben
ik niet reflecterend naar mijn eigen functioneren kan zijn.
Wat heeft mijn omgeving eraan als ik aan dit doel ga
werken?
Mijn omgeving krijgt door het voltooien van de doelen een
meester en collega die een open houding heeft en kinderen goed kan begeleiden.
Daardoor ontstaat er een krachtige en stimulerende leer omgeving voor de
kinderen en enthousiasmeer ik mede collega's
Welke intrinsieke en extrinsieke motivatie heb ik voor
mijn leerdoel?
Intrinsieke motivatie: Door hier maximaal mee aan de slag
te gaan maak ik het vak meester me sneller eigen. Waardoor mijn diepste wens en
doel kinderen te helpen in hun leven sneller bereikt wordt.
Extrinsieke motivatie: Doordat mijn werkgever opleidingen
betaald van personeel om mede personeel te behouden ben ik deze opleiding
gestart. En is de motivatie er mede dat mijn werkgever de kosten betaald.
Wat is het gewenste SMART-resultaat?
Het gewenste resultaat is dat bij de beoordeling van de
schoolopleider en de mentor de doelen en competenties zijn verbeterd waardoor
er met minimaal voldoende kan worden afgesloten.
Waar sta ik nu?
Ik sta momenteel op 75 procent wat betreft het halen van
de doelen/competenties. Ik heb tijdens het geven van de lessen steeds gekeken
naar mijn doelen en hoe ik deze moet inpassen in de lessen. Zo zie ik dat
ik goed op weg ben.
Van POP naar PAP: Welke dingen ga ik tijdens mijn
stage concreet doen om mijn leerpunt te ontwikkelen?
Ik ga in mijn lesvoorbereidingen voor mijn Stimulerende leeromgeving
beroepsproduct werken aan mijn doelen/competenties en laat dit evalueren door
mijn mentor.
Wat heb ik nodig aan middelen of ondersteuning van
mijn bedrijfsmentor? Elke keer voor de gegeven lessen laat ik de lesvoorbereidingen
doorlezen en na de les te hebben gegeven laat ik deze evalueren en bespreken.
Professionele Ontwikkelingsplan (Jaar 2)
Vaardigheden die ik wil leren: Leerdoelen Pedagogische Bekwaamheid: 1.5 Herkent het eigen aandeel in de relatie met de leerlingen en handelt hiernaar.jn communicatie afstemmen op de ontwikkelingsfase van het kind. 2.5 Is een voorbeeld in verbale en non-verbale communicatie. Leerdoelen Professionele Ontwikkeling: 1.3 Is op de hoogte van verschillende nieuwe media die bijdragen aan zijn eigen professionele ontwikkeling. Leerdoelen Vakdidactische Bekwaamheid: 1.5 Kan de methode aanvullen en verrijken 2.1 Houdt rekening met verschillen tussen leerlingen. 2.2 Stemt instructie af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. 1.6 Gebruikt verschillende didactische leer- en werkvormen. Leerdoelen Vakinhoudelijk Bekwaam: 1.1 Toont aan dat hij zich heeft verdiept in de leerstof voor de onderbouw of bovenbouw 1.2 Verdiept zich in de opbouw van het curriculum en de doorlopende leerlijnen Mijn leerdoelen bestaan uit de 4 doelen van WPLB onderverdeeld in competenties. Deze heb ik nodig in mijn ontwikkeling tot meester. De smart uitwerkingen staan hierboven in bestanden beschreven.
Waarom wil ik dit ontwikkelen? Om een steeds beter leerkracht te zijn en een goede basis te vormen.
Wat heeft mijn omgeving eraan als ik aan dit doel ga werken? Mijn omgeving heeft er superveel aan. Doordat ik straks voor de klas sta gaan de leerlingen door mijn ontwikkelingen ook shinen:).
Welke intrinsieke en extrinsieke motivatie heb ik voor mijn leerdoel? Intrinsiek is de vele positieve kanten van het vak leerkracht. Hierdoor ben ik zeer gemotiveerd. Om maar een paar te noemen: leerlingen begeleiden in menswording, liefde van God overdragen of de vele vakanties:). Extrinsiek is toch onder andere dat mijn werkgever de opleiding betaald en vele mensen in mijn omgeving me ook aansporen.
Wat is het gewenste smart-resultaat? Het gewenste resultaat is de uiteindelijke de stage-beoordeling waarbij de schoolopleider en de mentor kijken naar mijn doelen en competenties afsluit tot minimaal een voldoende.
Waar sta ik nu? Ik sta nu wat betreft mijn competenties op 65 procent. Hier en daar is er ruimte voor ontwikkeling, maar dat stoel ik ook aan de ervaring die ik telkens op doe. Hierdoor ontwikkel ik me steeds verder.
Van POP
naar PAP: Welke dingen ga ik tijdens mijn stage concreet doen om mijn leerpunt
te ontwikkelen? In mijn lesvoorbereidingen besteed ik aandacht aan mijn leerpunten. Na lessen reflecteer en evalueer ik de doelen die ik gesteld heb.
Wat heb ik nodig aan middelen of ondersteuning van mijn bedrijfsmentor? Zoals hierboven beschreven. De goede begeleiding:).
Professionele Ontwikkelingsplan (Jaar 3)
1.1. Is in staat om preventief en consequent te werken aan een positief groepsklimaat door regels, routines en afspraken in overleg met de leerlingen tot stand te laten komen 2.3. Kan met leerlingen reflecteren op hun verantwoordelijkheid voor de sfeer in de groep 3.7. Zorgt ervoor dat hij veel en kwalitatief sterke pedagogische/didactische interactiemomenten heeft met de leerlingen. Professionele ontwikkeling 3.2. Neemt actief deel aan schoolactiviteiten en samenwerkingsactiviteiten 3.3. Levert een bijdrage aan een formeel gesprek met opvoeders 3.4. Communiceert en handelt conform de opvattingen van de school op het gebied van samenwerken met ouders/verzorgers. Vakdidactisch bekwaamheid 1.9. Kan rekening houden met de leer– en ontwikkelingslijnen van de Leerlingen 2.2. Stemt instructie af op relevante verschillen tussen leerlingen 3.2. Draagt zorg voor een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in de klas en de lessen gedurende een hele schooldag Vakinhoudelijk bekwaam 1.1. Verdiept zich in de opbouw van het curriculum en de doorlopende leerlijnen 1.2. Bouwt vanuit de leerlijnen voort op het voorgaande onderwijs 1.3. Stemt zijn onderwijs af op verschillen tussen leerlingen
Waarom wil ik dit ontwikkelen? Dit wil ik ontwikkelen om een serieuze stap te zetten naar het vak van leerkracht. Waarin ik voel dat je eigenlijk bij A en B een beetje mag proeven aan het vak. Bij C ga je echt de diepte in. Het vormt je nog meer tot leerkracht. Dus de doelen zijn gericht om in het geheel een nog completere leerkracht te zijn.